Twijfelachtig, column van Claudia van Dooren-Hovers

Dit wordt geen luchtige column. Ik ga het hebben over iets waar ik me zorgen om maak, ik kan niet anders. Dat ik dit verhaal deel voelt als mijn plicht.

Kort iets over mezelf. Ik ben een twijfelaar. Ook nu weer. Of ik dit nu wel of niet met jullie zal delen. Of het niet een te serieus onderwerp is voor een column, waardoor je misschien wel snel af zult haken. Lang heb ik dit twijfelen van mijzelf beschouwd als een zwakte. En soms is het dat ook. Wanneer je daardoor als moeder en dus als rolmodel niet altijd even krachtig overkomt of soms moeite hebt om te genieten, omdat je vaak veel ‘in je hoofd zit’.  Maar twijfelen is net zo goed een sterk punt. Het biedt namelijk ruimte en tijd om de juiste keuzes te maken.

Kille feiten over passend onderwijs en jeugdzorg

Zeker als het gaat om cruciale keuzes. Die iedereen in zijn leven moet maken en verstrekkende gevolgen kunnen hebben. Helemaal als je politicus bent en besluiten neemt die een heel land aangaan. Zoals bij de overheveling van de jeugdzorg naar de gemeentes in 2015 en de invoering van het Passend Onderwijs in 2014. Door die laatste wet moeten kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, vanwege bijvoorbeeld ADHD, autisme of gedragsproblemen, zoveel mogelijk worden opgevangen op een reguliere school.

Helaas lijken stelligheid en zelfoverschatting de dienst uit te maken. In het nieuws, in de politiek, in het bedrijfsleven. Diegene die niet of nauwelijks twijfelen, nergens écht de tijd voor nemen en die het woord (zelf)relativeren niet kennen, bestijgen vaak het snelst de maatschappelijke ladder en domineren het publieke debat. Daardoor worden besluiten soms onvoldoende doordacht. Met alle negatieve gevolgen van dien. In dit geval heb ik het over zeer nare gevolgen voor onze kinderen, de jeugd, de toekomst. Je weet wel, die hele belangrijke groep in onze samenleving, die zo zorgeloos mogelijk zou moeten kunnen opgroeien tijdens hun eigen unieke weg naar de toekomst. Ik maak me zorgen voor de toekomst.

Een paar cijfers om mijn zorgen te illustreren. Kille feiten waar ik van schrik. Van de jongeren in de leeftijd tussen de 13 en 24 jaar ervaart 43 procent psychische klachten. Dit blijkt uit een onderzoek van onderzoeksbureau Newscom uit april 2017. Het CBS geeft aan dat in 2016 367 duizend kinderen van 0 tot en met 17 jaar jeugdhulp kreeg. Dit is bijna 11 procent van de kinderen van die leeftijd. En hoe zit het dan met deze jeugdhulp, het vangnet, voor al die kinderen die psychische problemen ervaren? Gaat het daar dan in ieder geval goed? Helaas is het sombere antwoord nee. Zeer recent publiceerde het NRC dat de rek in de jeugdzorg er intussen uit is. Door budgettekorten kan vaak überhaupt niet de benodigde hulp worden geboden. Psychische problematiek wordt ernstiger en complexer. Tegelijkertijd zijn er bijna 10.000 kinderen die thuis zitten en geen onderwijs volgen*.

Hadden beleidsmakers dit voor ogen bij de overheveling van de jeugdzorg naar gemeentes? Vast niet.

Stakende leerkrachten

Zo zijn er meer ongewenste effecten van recent ingevoerd beleid. Beleid dat elkaar onbedoeld in negatieve zin zelfs versterkt. Want hoe gaat het in het onderwijs ruim 3 jaar na de invoering van de wet Passend Onderwijs? Levert de invoering hiervan de gewenste resultaten op?

Een belangrijke reden voor de recente staking van basisschoolleerkrachten is de hoge werkdruk. Maar liefst 93 procent zegt dat die werkdruk voor een groot deel door de invoering van het passend onderwijs is toegenomen. Een groeiend aantal leerlingen, gemiddeld 5 per klas, heeft extra ondersteuning nodig. Al die extra aandacht voor deze leerlingen gaat volgens 79 procent bovendien ten koste van de aandacht voor de ‘gewone’ leerling. Tegelijkertijd krijgen de zorgleerlingen ook niet de ondersteuning die zij nodig hebben**. In het voortgezet onderwijs is het al niet veel beter. Ook daar ervaart een grote meerderheid een verhoging van de werkdruk door invoering van het passend onderwijs.

Twijfelen als competentie

Ik vraag me als bezorgde moeder serieus af waar het dan mis gaat. Moeten we nu op de blaren zitten omdat wetten te snel zijn doorgevoerd en onvoldoende is gekeken naar wat onze kinderen écht nodig hebben? Falen ouders van ‘probleemkinderen’ in hun opvoeding? Ligt het aan de maatschappij die steeds ingewikkelder wordt, waar keuzestress al van jongs af aan een rol speelt en waar kinderen door internet toegang hebben tot zaken waar ze sociaal-emotioneel wellicht helemaal nog niet mee om kunnen gaan? Komt het door de hoge eisen die de maatschappij stelt om mee te kunnen doen? Natuurlijk is niet slechts één reden aan te wijzen voor geschetste problemen en hebben we te maken met een complexe optelsom van diverse oorzaken.

Waar ik niet aan twijfel is dat ieder kind voldoende aandacht en een passende, positieve benadering verdient. Thuis, in het onderwijs én als het dan helaas toch nodig is, in de jeugdzorg. Of je nu een ‘makkelijk’ of ‘moeilijk’ kind bent. Twijfel, in plaats van stelligheid als basishouding, zorgt er daarbij voor dat we open staan voor goede argumenten en nieuwe inzichten. Twijfel creëert ruimte en tijd om de juiste veranderingen goed door te voeren. Zeker als het om onze toekomst, onze kinderen gaat.

*bron NRC-februari 2016

**Cijfers uit onderzoek over passend onderwijs onder ruim 1.000 leerkrachten in het basisonderwijs, uitgevoerd door DUO Onderwijsonderzoek & Advies in samenwerking met De Monitor.

Claudia Hovers

Ondernemer, moeder van Emma en Gitte, content marketeer, vrijwilliger bij HalloGilzeRijen, getrouwd met Pascal, columnist, muziek-, yoga- en zumba liefhebber.

Nb: deze opsomming is verre van volledig, de volgorde willekeurig, kan aan verandering onderhevig zijn en er kunnen geen rechten aan worden ontleend 😉