Het was een gure herfstdag in 1993. Een jonge vrouw met hoge gympen aan haar voeten en gekleed in een lange, gewatteerde jas stond te wachten bij de voetgangers-oversteekplaats richting CS Eindhoven. Terwijl ze daar stond, kwamen er twee ladderzatte PSV supporters al ‘grappend en grollend’ aan zwalken. De jonge vrouw zag de mannen vanuit haar ooghoek, maar negeerde ze bewust.

Ondanks dat ze zich op geen enkele manier in de kijker speelde, hadden de twee zatte mannen haar toch in het vizier. Blijkbaar zag ze eruit als een zeer aantrekkelijke … pispaal.
Eén van de twee ‘grappenmakers’ haalde zijn piemel uit zijn broek, ging achter haar staan en gebruikte haar hoge gympen als urinoir.
Het zou zo maar een beschrijving van een Gummbah cartoon kunnen zijn, maar nee, dit is een waargebeurd verhaal met mijzelf in een bedroevende en meelijwekkende hoofdrol.
Nog nooit heb ik me zo vernederd gevoeld als toen. Op dat moment haatte ik mannen. Mochten ze wat mij betreft allemaal in hun eigen pis, uuuh ik bedoel sop, gaar koken. Gelukkig duurde die haatgevoelens niet lang. Is dit maar één echt heel vervelende ervaring die ik heb met mannen en heb ik het heel snel achter me kunnen laten.

Voor de rest kan ik vooral putten uit positieve, fijne herinneringen aan het andere geslacht. Zie ik het leven, met vrouwen en mannen samen op deze aardbol, als een avontuurlijke reis die we maken door te leren van elkaars ‘typisch mannelijke’ of juist ‘typisch vrouwelijke’ kwaliteiten. Streef ik er naar om een evenwichtig persoon te zijn die zowel de vrouwelijke als mannelijke kant goed heeft ontwikkeld. Dus dat ik zowel daadkrachtig en rationeel kan zijn als ook attent, gevoelig en zorgzaam.

Sinds we, vooral door #MeToo, veelvuldig geconfronteerd worden met de schaduwkant van ‘het mannelijke’, lijkt het alsof de verhouding tussen mannen en vrouwen volledig scheef is gegroeid. De verhalen die we horen over seksuele intimidatie, maar ook -weliswaar van een andere orde- de manier waarop wereldleiders als Trump en Poetin omgaan met hun macht, doen geen goed aan het imago van ‘de man’. Terwijl ‘de man’ natuurlijk helemaal niet bestaat. Hij is niet ééndimensionaal. Gelukkig staat ‘de man’ voor veel meer dan de al dan niet bekende, machtige personen die zorgen voor dagelijkse, vaak negatieve, berichtgeving waar we mee om de oren worden geslagen. De man is ook leuk, lief, lekker, zanikt over het algemeen niet zo lang door, blijft dat blije kind die dingen vaak op een kinderlijk eenvoudige manier bekijkt, kan zich beter focussen (waardoor hij minder snel een burn out zal krijgen), neemt zichzelf meestal niet zo serieus en is vooral erg grappig. Want als er één kwaliteit is waarmee mannen met kop en schouders boven de vrouw uitsteken dan is het wel met humor en (zelf)spot.

Maar of dat nu humor is?
Zonder mannen was het op humoristisch gebied maar een flauwe boel. Mannen zijn meesters in taboedoorbrekende, absurdistische en grensoverschrijdende grappen. Toegegeven, ik heb een nogal apart gevoel voor (zwarte)humor. Zelfs als het gaat om seksistische, vrouwonvriendelijke grappen, kan ik daar meestal vooral heel hard om lachen. Ook al is dat in deze tijd van #MeToo wellicht not done.

Ik houd van de humor van Ronald Goedemondt, Theo Maassen, Youp van ’t Hek, Hans Teeuwen, Gummbah, de typetjes uit Draadstaal, Foute Vrienden en van, helaas alweer bijna 10 jaar geleden, Little Britain. Deze mannen brengen satire waarbij ik helemaal stuk ga. Wat mij betreft helpt dit soort (zwarte) humor om spanningen weg te nemen, te relativeren, taboes bespreekbaar te maken en om het ijs te breken. Bijvoorbeeld als je iemand voor het eerst ziet. Enkele weken geleden bij een bijeenkomst van de OLON (Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland) was ik nog getuige van zo’n eerste kennismakingsgesprek dat alleen bij mannen op deze manier kan gaan. Het ging ongeveer zo:

– Jullie zijn toch van Hallo Gilze Rijen?
– Dat klopt, van welke omroep zijn jullie?
– Wij zijn van RTV Altena.
– Ga jij met dat hoofd op TV?
– Nee joh, wat dacht jij dan! Niemand wil toch naar deze lelijke kop kijken. Ik ben alleen via de lokale radio te beluisteren. Jij doet zeker ook alleen radio, want je zult met die kale kop ook geen volle zalen trekken…etc

Zo’n gesprek zie ik tussen vrouwen niet zo snel ontstaan en al helemaal niet bij een eerste kennismaking! Eigenlijk wel jammer. Een beetje meer zelfspot, eerlijkheid en directheid zou veel vrouwen, inclusief mijzelf, helpen om luchtiger in het leven te staan. Daarvoor moeten we eerst nog wat zekerder worden van onszelf. Niet zo vaak bevestiging zoeken. Het zou helpen ons minder vaak slachtoffer te voelen, we zouden de touwtjes meer in handen nemen, ook als het om andere zaken dan de kinderen en het huishouden gaat. Vrouwen kunnen nog veel leren van mannen en het doet me deugd dat ik hiermee ‘de man’ even op een voetstuk plaats. Net als dat zij dat vaak bij vrouwen doen. Ik hoop tenminste dat veel vrouwen dat net als ik ook zo mogen ervaren.

Waarom ik dan deze column ben gestart met een vervelende herinnering aan mannen? Ik moet wel realistisch blijven. We hebben het hier immers niet over een groep heiligen. En verschil moet er zijn. Ik zie het namelijk nog niet zo snel gebeuren dat een vrouw bij een man expres in zijn schoenen piest.

Claudia Hovers

Ondernemer, moeder van Emma en Gitte, columnist, vrijwilliger bij HalloGilzeRijen, getrouwd met Pascal, online content marketeer, muziek-, yoga- en zumba liefhebber.

Nb: deze opsomming is verre van volledig, de volgorde willekeurig, kan aan verandering onderhevig zijn en er kunnen geen rechten aan worden ontleend.